Bijtelling auto

Wie een auto van de zaak heeft en deze meer dan vijfhonderd kilometer per jaar privé gebruikt, krijgt te maken met bijtelling. Bijtelling is een maatregel van de overheid, die bedoeld is om het voordeel ten opzichte van het privé bezit van een auto te nivelleren. Het komt erop neer dat de werkgever een bepaald bedrag bij je salaris optelt, zodat het privé gebruik van de auto belast wordt via de loonbelasting. Je nettosalaris gaat zodoende omlaag, waardoor je toch betaalt voor het gebruik van de auto. Of anders gezegd: je auto van de zaak wordt beschouwd als loon in natura. Dit loon wordt uitgedrukt in de bijtelling auto en vervolgens betaal je er belasting over.

Hoogte van de bijtelling auto

De hoogte van de bijtelling wordt door twee factoren bepaald, namelijk de catalogusprijs van de auto, en de CO2-uitstoot. De uitstoot van de auto wordt gebruikt als indicatie voor de mate waarin de auto milieubelastend is; hiermee wil de overheid de autorijder stimuleren minder vervuilend te rijden. Er worden voor nieuwe auto’s in 2020 nog drie verschillende bijtellingspercentages gebruikt, te weten 8%, 22% en 25%. Deze bedragen geven aan welk deel van de cataloguswaarde van je auto de werkgever per jaar moet bijtellen. De 8% bijtelling geldt alleen voor auto’s die volledig elektrisch rijden of waterstof als brandstof hebben. Daarnaast geldt de 8% tot een bedrag van maximaal €45000,- daarboven betaal je 22% bijtelling.

Een rekenvoorbeeld. Stel dat de catalogusprijs van je auto € 20.000,- bedraagt, en hij valt op basis van de opgegeven CO2-uitstoot in de bijtellingscategorie van 25%. Dan telt je werkgever dus per jaar 25% van € 20.000,- bij je loon op; dat is € 5.000,- per jaar. Per maand komt dat neer op € 5.000,- gedeeld door twaalf is € 416,67. Stel dat je hier 52% belasting over betaalt, dan komt het bedrag dat de auto van de zaak je maandelijks kost op € 216,67. Wanneer je een vergoeding betaalt aan je werkgever voor het privégebruik van de auto, dan wordt deze in mindering gebracht op de bijtelling.

Verschillende bijtelling percentages

De categorieën voor de bijtelling van de auto worden gebaseerd op de CO2-uitstoot van de auto. Bij een volledig elektrische auto of een waterstof auto is dat 0 gram per kilometer. Daarvoor wordt het laagste percentage van 8% gehanteerd, voor alle andere auto’s geldt een tarief van 25%. Al deze percentages gelden voor auto’s waarvan het kenteken in 2020 is afgegeven. Voor oudere auto’s gelden de percentages die gehanteerd werden in het jaar waarin het kenteken werd afgegeven, gedurende vijf jaar. Na die vijf jaar gaat het percentage gelden dat op dat moment gehanteerd wordt voor de uitstoot van die auto. Of de auto van eigenaar wisselt, is niet van invloed.

Verschillen in bijtelling van jaar tot jaar

Tot en met 2014 werd er nog onderscheid gemaakt tussen verschillende brandstoffen. Een auto die op diesel reed en bijvoorbeeld een CO2-uitstoot van 86 g/km had, had 20% bijtelling, terwijl een benzine auto met dezelfde uitstoot net onder de categorie grens bleef en 14% bijtelling kreeg. Aangezien die percentages vijf jaar lang blijven tellen, is het de moeite waard goed te kijken hoeveel bijtelling je hebt als je een auto overneemt van iemand anders. Is het eerste kenteken van een auto afgegeven voor 1 juli 2012, dan kun je op de website van de Belastingdienst nakijken wat de bijtelling voor deze auto is. Daar vind je overigens ook tabellen voor alle tussenliggende jaren. Makkelijker nog is het om even de kentekencheck te doen; in de sectie ‘Algemeen’ vind je de catalogusprijs van de auto, en onder ‘Verbruik/Milieu’ de CO2-uitstoot.

Veranderingen met ingang van 2017

De komende jaren wil het kabinet het stelsel van autobelastingen veranderen. Men wil naar eigen zeggen toe naar een eenvoudiger stelsel, met stabiele inkomsten uit de belastingen en een efficiëntere bijdrage aan milieubescherming. Voor de bijtelling houdt dit in dat er nog maar twee percentages zouden overblijven: een standaardpercentage van 22% en een verlaagd percentage van 4% voor volledig elektrische auto’s. Alle auto’s die dus niet compleet elektrisch zijn, krijgen een bijtelling van 22%; zowel de auto’s met hoge uitstoot die nu nog 25% bijtelling hebben als de auto’s met lagere uitstoot die nu in de categorie van 15% of 21% vallen. In 2020 bestaan de 15% en 21% bijtellingsregeling niet meer en is de 4% voor elektrische auto’s verhoogd naar 8%.

Wanneer heb je geen bijtelling?

Zoals in het begin van dit artikel aangegeven, wordt er alleen bijtelling gehanteerd wanneer er meer dan vijfhonderd kilometer per jaar privé met de auto van de zaak gereden wordt. Wanneer je dus minder kilometers privé maakt, hoeft je werkgever geen bijtelling in rekening te brengen. Hiervoor moet je echter wel kunnen aantonen dat je onder die grens van vijfhonderd kilometer blijft. Daar zijn diverse procedures voor, waarvan de rittenregistratie de belangrijkste is. Je kunt ook een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen bij de Belastingdienst, maar dan moet je nog kunnen aantonen dat je niet meer kilometers privé rijdt door middel van, bijvoorbeeld, de rittenregistratie.

Je werkgever kan ook een verbod op privégebruik van de auto opleggen. Dat moet schriftelijk vastgelegd en door je werkgever gecontroleerd worden. Kom je toch boven de vijfhonderd kilometer per jaar, dan moet je werkgever je een sanctie opleggen, bijvoorbeeld een geldboete. Verder zijn er een aantal uitzonderingen en bijzondere regels. Voor bestelauto’s en rij-instructeurs zijn er bijvoorbeeld vereenvoudigde rittenregistraties. Woon-werkkilometers tellen overigens als zakelijk gebruik van de auto. Rijd je om voor privédoeleinden, bijvoorbeeld om een kind naar school te brengen of iemand te bezoeken, dan moeten die kilometers geregistreerd worden als privégebruik.

Eigen bedrijf en auto van de zaak

Uiteraard kan het ook zijn dat je zelf een bedrijf hebt, en daarvoor een auto van de zaak bezit. Als de auto ondernemingsvermogen is, gelden dezelfde regels voor privégebruik als hierboven beschreven voor werknemers die in een auto van de zaak rijden. Je hebt dan dus ook te maken met bijtelling die je met je inkomen moet verrekenen, en met de grens van vijfhonderd kilometer per jaar voor privégebruik.

Je hebt wel een grotere kans dan een werknemer dat je te maken hebt met bijzondere situaties, zoals die voor bestelauto’s die vrijwel uitsluitend geschikt zijn voor goederenvervoer doordat er afgezien van de bestuurdersstoel geen zitplaatsen in zijn. Het is dus verstandig je goed te laten voorlichten over de verplichtingen en mogelijkheden. Enerzijds kun je jezelf misschien moeite besparen met bijvoorbeeld vereenvoudigde rittenregistraties, anderzijds kun je achteraf voor nare verrassingen komen te staan wanneer de Belastingdienst een overtreding van de regels constateert.